When your heart speaks, take notes
|
When your heart speaks, take notes
|
Ode aan mijn grote liefde
Reeds zovele jaren ben jij mijn veilige haven in deze onvoorspelbare wereld. En nog altijd heb ik moeite om te geloven dat jij echt bestaat… alsof ik elk moment kan ontwaken uit een magische droom. Je hebt me in alles wat je zegt en doet, in de manier waarop je naar me kijkt en lacht met je lieve ogen, laten ervaren dat ik alle liefde in de wereld waard ben. Ik zie je kijken naar een vrouw die sterk is, ook als is ze soms kwetsbaar. Naar een vrouw die mooi is, ook al denkt ze soms van niet. Een vrouw die wijs is, ook al is ze soms een beetje wereldvreemd. Ik kan me geen leven zonder jou inbeelden. Ik kan niet slapen zonder dat mijn dikke teen de jouwe raakt, gek dansen en zingen zonder jou als publiek, verdriet hebben zonder jouw troostende aanwezigheid of genieten van het gezang van de merel zonder jou aan mijn zijde. Nog altijd word ik week in mijn buik wanneer je naar me kijkt. Je maakt me de gelukkigste vrouw ter wereld. Ik ben geen partner die je pantoffels klaarlegt. Ik ben slordig en verstrooid, zorg voor het nodige drama en zal bijna nooit doen wat je van me vraagt… Maar ik tracht om een levensgezel te zijn die je elke dag opnieuw ziet in de schoonheid en wijsheid van wie jij bent, open staat voor alles wat je denkt en voelt, je dromen en verlangens van binnenuit kent en deze steeds opnieuw tracht te stimuleren. Ik zal overenthousiast meevieren met je successen en je troosten en koesteren bij verdriet. Ik zal voor je zorgen en uitkijken zonder het in je plaats te doen. Ik wil een levensgezel zijn die je helemaal laat zijn zoals je bent en je speciale kantjes als de onmisbare kers op de taart beschouwt. Ik wil je hart doorheen je leven warm houden. Ik wil je het gevoel geven van een roodoranje zonsondergang op een zwoele zomeravond. Het gevoel dat wij samen zoiets moois hebben dat de zon er zelfs van smelt. Ik wil je het gevoel geven van een warm deken op een koude winterdag. Het vertrouwde gevoel van werkelijk thuis te zijn. En bovenal wil ik je het gevoel geven van een dartel veulen in de lenteweide. Ik wil je de onschuldige vreugde laten voelen van eenvoudigweg in leven zijn op deze mooie planeet. Ik verlang niet om te weten hoe ons leven er samen zal uitzien. Ik wil weten dat we allebei kiezen om ons leven hier en nu samen ten volle te beleven. Ik wil dat we elkaar op het einde van ons leven in de ogen kunnen kijken en weten dat we geen enkel beetje van onze liefde hebben laten verloren gaan.
28 Comments
Mensen vragen me soms:' Waarom doe je dat, zo'n retraites? Is dat niet heel saai?'.
In het begin voel ik altijd weerstand en frustratie: 'Heel de tijd zwijgen en mediteren!? Wat heb ik nu weer in mijn hoofd gehaald!'. Mijn geest begint zelfs plannen te smeden om te ontsnappen en iets leuks te doen. Maar tegelijk lijkt er iets in mij te genieten van de stilte. Het is een warme, deugddoende vorm van stilte die aanvoelt als een verademing. Het is een beetje als thuis komen na een verre reis en terug in je eigen, vredige oase komen. Geen moeten, geen plannen, niets moeten bereiken. Ik kom terug 'thuis' bij mezelf. Dat geeft een diepe rust. De retraite is zo georganiseerd dat je geen afleidingen hebt. Je kan niet 'ontsnappen' door naar je GSM, TV ed. te grijpen. Zo word je soms geconfronteerd met gedachten en gevoelens waar je doorgaans van wegvlucht. Dat kan best heftig zijn. Maar je leert er net op een gezonde manier mee om te gaan. Je leert je innerlijke rust te bewaren te midden van de woeste stormen van je emoties. Je blijft bij je centrum waar rust heerst. Dat is een heel bijzondere ervaring. Dingen krijgen zo de kans om vanzelf te helen. In de stilte leer je jezelf pas echt kennen. De stilte laat je toe om contact te maken met wat je werkelijk belangrijk vindt. In de stilte hoor je je eigen stem. Niet die van de mensen en maatschappij om je heen. Je leert je eigen pad en richting kennen. Er is volgens mij niets zo vervullend als dat pad te volgen. Ik ga niet naar een retraite met specifieke vragen. Maar het lijkt wel alsof antwoorden vanzelf 'gevonden' worden. Wat gevonden wil worden, zal zich in de stilte laten horen. Antwoorden op moeilijke keuzes in mijn leven borrelen vanzelf op en voeden mijn moed en intentie om deze te volgen. Bovenal leert een retraite me om mild te zijn voor mezelf. Dat is volgens mij de kern van alle vormen van meditatie. In de stilte ben ik alleen met mezelf. Ze nodigt me uit om goed gezelschap te zijn voor mezelf. Je eigen beste vriend(in) zijn is het mooiste geschenk dat je jezelf kan geven. Ik ga graag naar een natuurpark of de dierentuin om me helemaal bewust te worden van de wereld om me heen. Het valt me op dat veel mensen erdoor wandelen zonder de natuur of de dieren écht te zien. Laatst heb ik met mijn partner wel een kwartier naar één vis staan turen. Het is wonderbaarlijk hoe zich detail na detail openbaart, steeds meer prijsgevend van de unieke natuur van dit wezen: de fluo kleuren langs de flank, de ogen die je bedenkelijk opnemen, het sociale gedrag naar de andere vissen, de kleine kristallen knopjes op de rug, de op zijde lijkende vliesjes tussen de vinnen…. Door écht te kijken naar deze vis, is hij geen ‘ding’ meer, maar een intelligent en emotioneel wezen, net als wij. Er ontstaat een ‘I-thou’ relatie zoals Buber dit noemt: een openheid om de ander echt te ontmoeten als authentiek wezen, vanuit de eenvoudige wens om de ander echt te kennen. Ik geloof niet dat je écht naar een dier kan kijken en nadien nog steeds kan concluderen dat het ‘iets’ is dat je zomaar naar believen kan ‘gebruiken’. Wanneer je écht kijkt, kan je ervaren hoe perfect elk wezen op deze planeet is, helemaal hoe het op dit moment bestaat. Het laat me beseffen hoe oneindig veel complexer die vis is in vergelijking met wat mijn hoofd er van maakt. Een complexiteit die ver boven mijn beperkte begrip uitstijgt. Dit soort van kijken schenkt me vreugde en vervult me met ontroering voor de schoonheid en elegantie van dat unieke wezen. Het geeft mij ook een diep gevoel van verbondenheid met deze mooie wereld. Er zijn weinig dingen die zo deugddoend en helend voor mij zijn als samen met mijn partner genieten van de schoonheid van de natuur en de dieren. Er is voor mij niets mooier dan ’s avonds samen luisteren naar het kwieke en fiere lied van de merel op het dak. En dan kan ik alleen maar concluderen: wat is de wereld toch mooi!
Wil je het zelf proberen? Dan kan je de oefening 'proeven en waarnemen' doen. Je stelt je voor dat je een nieuwsgierige vlinder bent die de omgeving verkent. Je zet al je zintuigen open voor je omgeving. Je neemt het helemaal in je op. Wat ruikt je? Wat zie je? Wat hoor je? Misschien wordt je aandacht wel getrokken naar een mooie bloem, of een vaas bij je thuis die je nog nooit écht hebt bekeken. Wees er even met heel je aandacht bij en fladder dan weer verder, je omgeving verder verkennend met een open, nieuwsgierige blik.Je kan de oefening ook toepassen bij muziek of kunst die je raakt. Laat je raken door de schoonheid van de wereld om je heen! Ik drink een muntthee aan een tafeltje voor twee in een typische koffiebar. Dadelijk zal er één van mijn beste vriendinnen binnenwandelen… En alhoewel ik dit misschien al duizend keer gedaan heb, voel ik me toch een beetje nerveus. Een soort van verwachtende spanning. Als ik rond mij kijk zie ik de meeste mensen hetzelfde doen: over een tas thee of koffie met een vriend, familielid of partner keuvelen over de dingen des levens en daarmee bovenal één ding willen zeggen: ik heb jou graag.
En toch zie ik ook meer. Ik zie mensen die het beste van zichzelf proberen geven, die misschien onbedoeld een masker opzetten om hun beste kant te laten zien. Die de pijnlijke en kwetsbare kanten onder tafel proberen te houden. En dat is ook wel voor een deel waar mijn gespannenheid mee te maken heeft, denk ik. Iemand ontmoeten heeft voor mij op één of andere manier altijd iets van ‘mijn goede kant' laten zien. Een beetje zoals zorgen dat je met je mooie kant op de foto staat. Ik denk dat het in mijn diepste binnenste te maken heeft met een geloof dat ik ‘beter’ ben als ik mijn best doe, als het licht de mooie dingen beschijnt. Alsof de mensen waarvan ik houd me alleen dan de moeite waard zullen vinden. We hebben geleerd om onze kwetsbare en donkere kanten te verstoppen voor anderen. We zijn sociale wezens en moeten om te overleven aanvaard worden in de groep. We hebben geleerd om alles te doen om geaccepteerd te worden. Anders dreigt er gevaar van uitsluiting. Ik herken dit bij mezelf, de angst die ik kan voelen wanneer ik mijn kwetsbare kanten laat zien. Alsof iets me instinctief influistert dat het gevaarlijk is om me bloot te geven. En tegelijk omvat dit ‘risico’ het mooiste wat in menselijk contact kan gebeuren: kwetsbaarheid die met kwetsbaarheid en openheid wordt beantwoord. Het doet me denken aan de tekst van Leonard Cohan: ‘There is a crack in everything. That’s how the light gets in.’ Het is door onze ‘cracks’, door onze onvolmaaktheden en kwetsbaarheden, dat we het licht van het leven en de liefde kunnen ervaren. Een echte ontmoeting kan alleen maar van ‘crack’ tot ‘crack’. Het is volgens mij alleen door onze grieven, angsten en beperkingen met elkaar te delen en aan elkaar te tonen dat we werkelijk kunnen ervaren wat liefde en vriendschap betekent. Alleen dan kunnen we ons echt 'gezien' voelen. Het is volgens mij ook de enige remedie voor eenzaamheid. De grootste gevangenis die er bestaat, is die van je eigen schaamte. De schaamte om je eigen onvolmaaktheden en de tralies die voorkomen dat je deze toont aan de wereld. De afgeslotenheid die daardoor ontstaat veroorzaakt de meest pijnlijk soort eenzaamheid. Alleen door de cracks kunnen we ook elkaars schoonheid zien. De mensen waarvan ik houd betekenen net zoveel voor mij door al hun kreuken erop en eraan. Schoonheid zit niet in de perfectie, maar in het kleine. Het is in het verdriet om iets wat niet mocht zijn, de woede om iets kleins dat zo belangrijk voelt en de snijdende jaloezie om iets dat ons niet was gegund dat we verbinding ervaren met het leven van anderen omdat deze gevoelens ons zo bekend zijn. We herinneren elkaar op die manier aan onze gedeelde menselijkheid. Aan het feit dat we reizigers zijn in een leven vol bulten en gaten en we door onze tocht en ‘struggles’ met elkaar te delen de tocht iets minder zwaar maken. En dat is volgens mij de oorsprong van mijn spanning wanneer ik iemand ontmoet. Het gaat telkens om een stap, een risico om mezelf (al dan niet) werkelijk te tonen zoals ik op dat moment ben. Het is altijd een beetje een gevecht met mijn instincten, maar telkens weer als ik de stap zet een weg naar verbondenheid en liefde. Ik heb dit weekend een mindfulness retraite gevolgd. Zo’n weekend waarin je niet praat en de hele dag mediteert. Meestal kom ik dan thuis met nieuwe inspiratie. Merkwaardig genoeg komt die niet wanneer ik ‘zit’ maar eerder bij eenvoudige dingen zoals het opstaan, met de auto naar huis rijden of, zoals dit weekend het geval was, tijdens het rapen van bladeren. Dit maakte onderdeel uit van de karma yoga: mediteren door het bewust uitvoeren van taken die het centrum of de gemeenschap ten goede komen. Na de fikse storm van vrijdag kregen we de taak toegekend om de gevallen taken en bladeren te verzamelen.
Het ging om een gigantisch terrein waardoor het voelde als een onmogelijke opdracht. Het was nog flink aan het regenen en waaien en mijn handen waren verkleumd van de kou. Ik had de neiging om ‘door’ te werken zodat deze onaangename taak ‘snel’ gedaan was. Ik wilde niet ‘hier’ zijn bij de taak, maar ‘daar’ waar de opdracht reeds volbracht was. Alsof ik bijna op de ‘fast forward’ knop wilde drukken. Op een gegeven moment besefte ik dat dit mijn houding is in heel veel situaties in mijn leven: van het doen van de afwas tot het afwerken van administratieve taken op mijn werk. Ik probeer door te werken om me zo snel mogelijk in een ingebeelde ‘betere’ toekomst te bevinden. Een toekomstig moment waar mijn werk ‘af’ is, de afwas gedaan of de takken en bladeren verzameld. Dan, als het af is, dan zal ik genieten…. Het rapen van de takken, op dat gigantische terrein, deed me echter beseffen hoe zinloos het is om reeds ‘daar’ te willen zijn. Moest ik alle takken opgeraapt hebben, dan zou het terrein de dag erop wellicht weer helemaal vol liggen. Misschien de dag zelf nog. Ook de afwas en de taken op mijn werk dienen zich snel opnieuw aan. Iets willen ‘af’ maken is voor mij gewoon een manier om controle te krijgen over de dingen. Maar in het leven is nooit iets ‘rond’. Het leven is geen opeenvolging van taken die je ‘af’ maakt. Je kan niet wachten met gelukkig zijn tot alles onder controle is. De vloeiende stroom van het leven gaat namelijk steeds maar door. Het is een opeenvolging van oneindige, ‘onaffe’ momenten. Alleen als we dit kunnen verdragen, kunnen we genieten in het moment. Dankzij dit besef ging ik door met takken rapen, maar met een heel andere houding. Ik keek niet naar wat er nog moest gebeuren. Ik accepteerde dat de dingen altijd ‘onaf’ zullen zijn en dat ik alleen maar kan focussen op wat ik hier en nu aan het doen ben. Ik gaf me over aan alle sensaties van het rapen, in het moment. Van het voelen van de glibberige modder tot het horen van de regendruppels op mijn kleren. Ik volbracht mijn taak niet omwille van het uiteindelijke doel, maar omwille van de overgave aan de taak zelf. Zo kon ik uiteindelijk genieten van de actie op zich. Er kwam een diep soort vrede over mij, een besef dat alles oké is, ook al is het niet ‘rond’, ook al is het niet perfect. Er is iets romantisch en poëtisch aan het einde open laten, de dingen onaf laten, omdat daar nog alle mogelijkheden in vervat zitten. Het houdt het mysterie en avontuur van ons bestaan levendig. De vraag is niet of je taak rond is. De vraag is of je werkelijk aanwezig was toen je ze uitvoerde… Ik heb altijd al een wisselende relatie gehad met gezonde voeding, zonder me er werkelijk van bewust te zijn. Mindfulness heeft me hier attent op gemaakt. Stilstaan bij (ervaringen in) je lichaam staat daarbij namelijk centraal. In deze blog exploreer ik hoe mindfulness mij heeft gemotiveerd om zorg te dragen voor mijn lichaam.
De laatste 10 jaar heb ik af en aan ‘gezonde periodes’ gehad waarbij ik mezelf er haast toe dwong om ‘gezond’ te eten – zonder vooraf eerst na te gaan wat gezonde voeding voor mij als unieke persoon zou kunnen betekenen. In de praktijk kwam het altijd neer op zo weinig mogelijk geraffineerde suikers en vetten eten. Want, als het in ‘de boekjes’ staat dat dit gezond is, zal dat wel zo zijn… Voor mijn omgeving was het duidelijk dat een gezonde periode was aangebroken wanneer ik mijn notenmix bovenhaalde op café, met een zak wortels in de bioscoop binnenwandelde of feestjes probeerde te laten samenvallen met mijn ‘zondigdag’. Maar op de één of andere manier won mijn chocoladeverslaving – of beter gezegd comfortfoodverslaving – altijd de strijd. Waarom? Om te beginnen ben ik opgevoed in een gezinscultuur waarbij gezonde voeding bovenaan de prioriteitenlijst staat. Zeer goed, hoor ik je denken? Eigenlijk wel, was het niet dat er een kleine ‘warrior princess’ in mij huist die alles wat ze belangrijk vindt tegelijk aantrekt en afstoot. Er was een deel van mij dat per se niét wilde doen wat ze had geleerd. Gewoon om zich ertegen te verzetten. Het had bijna iets van de verboden vrucht – of chocoladetaart: die wordt gewoon nóg lekkerder. Maar er is meer. Ik heb doorheen de jaren geleerd om mezelf te troosten met voeding. Triest? Chocolade. Teleurgesteld? Een zak snoep. Boos? Driedubbele hamburger. En het gaat nog verder, want ik heb ook geleerd om mezelf te belonen met lekker eten. Op de duur ben ik zowel positieve als negatieve emoties gaan koppelen aan lekker eten. En gezond eten? Dat ben ik gaan linken aan leegte, aan de saaie doodsheid van een moment. Maar daar is gelukkig altijd een quick-fix oplossing voor: taart! Geen wonder dat al mijn gezonde periodes op een sisser uitdraaiden. In de bovenstaande situatie betekent gezond eten namelijk alle plezier en troost uit mijn leven draineren. Na verloop van tijd verschoof het patroon naar een soort van prestatiedrang. Gezond eten werd een doel dat ik wilde bereiken. Weer iets op de to do-lijst. Een beetje vergelijkbaar met de goede voornemens in het begin van het jaar. Het probleem daarmee is dat dit soort doelen meestal zeer oppervlakkig zijn. Mijn voornaamste doel was meestal om af te vallen of minstens op gewicht te blijven na een vakantie of feestperiode. Het probleem is dat mijn hart en ziel niet geven om die kilo meer of minder. Het is dan ook iets waar ik me niet lang aan kan vasthouden omdat het louter om bespiegelingen van mijn ego gaat. Zulke voornemens vallen in het water bij de minste weerstand omdat ze geen enkele bodem hebben in ons hart. En dat is maar logisch ook. Wie zou nu een volledige levensstijl kunnen ophangen aan zoiets als uiterlijk of gewicht? Misschien moeten we ons vooral zorgen maken wanneer dat wél lukt? Uiteindelijk is de betekenis van gezond eten zo voor mij geëvolueerd dat het onderdeel is gaan uitmaken van mijn diepe wens om goed voor mezelf te zorgen. Het is iets geworden waar ik bevrediging kan uithalen. Iets wat ik mezelf oprecht wil gunnen. Deze verschuiving is er grotendeels gekomen door mindfulness. Dankzij mindfulness ben ik gaan beseffen dat ik mijn lichaam teveel als een ‘ding’ of ‘middel’ behandelde. Als een soort van voertuig dat me van punt A naar punt B brengt. Iets waar ik weinig of geen voeling mee had. Binnen de mindfulness wordt wel eens gezegd dat de meeste mensen in het Westen ‘talking heads’ zijn. We leven in de wereld van onze gedachten en fantasie. Heel onze moderne filosofie is dan ook gebaseerd op Decartes premisse: ‘Je pense donc je suis’. Daarmee stelt hij dat onze geest en lichaam gescheiden zijn en dat het vooral onze geest is waar we belang aan moeten hechten. We zijn in onze moderne samenleving gaandeweg weggegaan van ons lichaam en de emoties die we daar ervaren. We zijn het als secundair gaan beschouwen, zelfs als iets wat we zoveel mogelijk moeten vermijden. Het is nochtans doorheen ons lichaam, en de emoties die we daar ervaren, dat we de volheid van het leven kunnen beleven. Dat is waar mindfulness op het toneel verschijnt: doorheen de oefeningen leren we terug in contact te komen met ons lichaam en onze emoties en leren we onze geest en lichaam opnieuw te integreren. Ik ga zelf dan ook uit van een éénheid van lichaam en geest. Het is in die eenheid dat wij onze wijsheid kunnen vinden. En met het risico Decartes uit zijn graf te lokken: Ik denk én voel, dus ik ben. Doordat ik doorheen de jaren een grotere bewustheid van mijn lichaam heb verworven, ben ik mijn lichaam ook meer gaan appreciëren. Jammer genoeg heeft mijn lichaam het eerst moeten laten afweten alvorens ik de stap heb gezet om er meer contact mee te maken. Het is vaak pas wanneer het mis gaat dat we de waarde van iets leren kennen. Ik heb gaandeweg de wijsheid van mijn intuïtie ontdekt – die hoe dan ook in ons lichaam huist. Ik ben mijn lichaam gaan voelen als werkelijk deel van mij, of sterker nog: als mij! Ik ben meer en meer gaan houden van mijn lichaam als van een kind. Als iets waar ik diep dankbaar voor ben en respect voor heb. Als iets wat ik zo goed mogelijk wil koesteren. Ik besef nu dat mijn lichaam geen ‘vervoermiddel’ is maar het wonder doorheen dewelke ik het leven, de wereld en de mensen om mij heen kan ervaren. Mijn lichaam is de wondere wereld waar al mijn gevoelens, verlangens en dromen huizen, die mijn ziel en geest omhult en tot uiting brengt. Het is pas door mijn lichaam dat ik het leven kan ervaren. Het is pas wanneer ik dit leerde, wanneer ik leerde om van mijn lichaam te houden alsof het mijn eigen kind was, dat gezond eten voor mij iets is geworden dat niet ‘zou moeten’ maar eerder iets wat ik ‘wil’, als vanzelfsprekend omdat ik luister naar wat mijn lichaam te zeggen heeft en deze taal heb leren respecteren. Zo wordt zorgen voor mijn lichaam geen taak meer, maar een privilege. De vastberadenheid die voorkomt uit deze liefde, is sterker dan wat ook in de wereld en al zeker sterker dan de oppervlakkige voornemens waar ik eerder over sprak. Begrijp me niet verkeerd. Het is niet zo dat ik nu leef zoals één of andere gezondheidsgoeroe. In elke goede zorgrelatie zit een grote dosis mildheid. Ook mildheid is iets wat centraal staat in de mindfulnesstraditie. Goede zelfzorg is per definitie niet perfect. Ik laat mezelf toe om mens te zijn in een wereld vol lekkers. Ik merk vooral dat ik na uitspattingen veel sneller terugkeer naar een soort ‘basislijn’ die mijn lichaam rust geeft. En dit zonder mezelf daarvoor te haten. In deze mildheid zit ook de vrijheid om te kiezen welk voedsel passend is voor mij, eerder dan af te gaan op wat er in ‘de boekjes’ staat. Het is de mildheid om te zijn zoals ik nu ben, en daarnaar te leven. Misschien is de belangrijkste wijsheid hier diegene die zowat in alle situaties geldt: probeer voor jezelf/je lichaam te zorgen als voor je eigen kind. En als het mis loopt, wees dan mild voor jezelf. Het is oké, ook als het niet oké is. Er is nog een tweede manier waarop de mensen uit het zuiden van India me geraakt hebben (ref. blog 30.12.2016): met hun glimlach. Of je nu over straat wandelt, op de bus zit of in een café: mensen schenken je hun glimlach of zeggen hallo. Alsof ze je welkom heten op een plek die voor hen minder vreemd is omdat ze er wonen, of omdat ze er al net iets langer vertoeven. Op de bus beginnen mensen zelfs spontaan een praatje (en niet alleen met toeristen). Alsof mensen van nature meer warmte uitdragen naar elkaar? Of meer nieuwsgierig zijn ten opzichte van de ander, meer open staan om de wereld van de ander te verkennen?
Een dame van een hostel waar we verbleven, stelde dat in India iedereen goeiedag zegt aan iedereen. Het zit nu eenmaal ingebakken in de cultuur. Tijdens haar reis naar Europa had ze dan ook één ding enorm gemist: het spontane contact met anderen. Mensen hadden haar zelfs argwanend bekeken wanneer ze spontaan glimlachte – alsof ze iets nodig had of misschien niet helemaal goed wijs was. Maar de theorie die ze erop nahield had een net iets positievere insteek: volgens haar zijn de mensen minder sociaal omdat het in Europa kouder is en iedereen bijgevolg met zijn hoofd in zijn jas en sjaal loopt en naar beneden kijkt. Daar zit wel iets in. Het warme zuiderse weer maakt je houding letterlijk en figuurlijk meer ‘open’. Maar volgens mij zijn we in het algemeen als cultuur meer gesloten en wantrouwig ten opzichte van elkaar. Kijk maar naar hoe wij onze huizen en tuinen hermetisch afsluiten. Ik merk soms zelfs dat ik aarzel om te glimlachen naar andere mensen omdat ik vrees dat het ongepast over komt. Het is alsof we gedrild zijn om het contact met vreemden te wantrouwen. We beschermen onszelf tegen ‘de ander’, terwijl het hele ‘volle’ leven zich net afspeelt in de verbinding ermee. Met slechts één oprechte glimlach kan je iemand werkelijk raken. Wanneer je iemand voorbij wandelt op straat en deze persoon je glimlach schenkt, zeg je eigenlijk: hallo, ik ZIE jou. Ik heb jou gezien als unieke persoon die mij hier kruist en ik erken jouw aanwezigheid. En dat is toch eigenlijk het mooiste wat je kan doen? Iemands aanwezigheid erkennen. Iemand ZIEN. Ik heb nog nooit iemand ontmoet die het niet belangrijk vindt om werkelijk gezien te worden. En het gaat nog verder. Je kan in je glimlach een heel verhaal vervatten. Een verhaal dat dit moment oké is, hoe miserabel alle andere momenten mogelijks zijn. Een verhaal dat er warmte kan bestaan tussen mensen in deze soms zo kille wereld. Een verhaal dat we in de verbinding met mekaar alle wonden kunnen helen. En soms is het gewoon goed om iemand je warmste glimlach te schenken die je in huis hebt, want je weet nooit in welke verschrikkelijke veldslagen die persoon aan het strijden is…. Als je opgroeit zal je gevangen raken
in een kooi zonder tralies die schaamte heet. Je zal denken dat je niet meetelt, dat je iets mist. Je zal je wanhopig voelen en niet begrijpen wat je in godsnaam zo verkeerd doet. Je zal alles doen om aanvaard te worden en daardoor ook alles in jezelf verliezen. Je zal vergeten hoe het is om te dansen. Je zal zelfs vergeten hoe het is om te lachen. Maar bij de maan en de sterren in beloof je dat het vuur van je ziel weer zal stralen. Op een moment zal je je herinneren dat je alle liefde waard bent wat je ook doet of voelt. Dat je nooit alleen bent omdat je verbonden bent met je liefdevolle kern. En je zal met heel je hart weten: het is niet mijn fout, het is niet mijn fout. Van Ingelgem Tine Lessen uit India: kiezen voor vreugde Enkele weken geleden heb ik een reis gemaakt naar het Zuiden van India. Het land heeft me op ontelbare manieren verrast met zijn wilde natuur boordevol leven, de geordende chaos die doet denken aan een mierennest, de hele waaier van geuren en kleuren die mijn beperkte geest onmogelijk allemaal kon vatten en …de mensen…
De mensen hebben me tot in het diepst van mijn ziel geraakt. Zoveel leven als er zit in de wilde wouden van Zuid India, zoveel leven zit er ook in de ogen en de glimlach van de mensen. Ze leven vol passie en overgave voor wat ze doen… Ze zeggen met heel hun wezen ‘ja’ tegen de taak die hun vaak van ouder op kind is opgedragen: waren verkopen, een tuktuk besturen, een hotel uitbaten. Ik heb de indruk dat ikzelf meestal leef met een soort ‘rem’ op, of anders gezegd: ik leef altijd een beetje met een ‘nee’. Misschien omdat ik van kind af aan geleerd heb om alles tot in den treure in vraag te stellen: ‘waarom’? Iets in mij zegt dat de mensen die ik in India ontmoet heb, zich die vraag niet stellen. Ze hebben hun taak en ze zeggen volmondig ‘ja’. En als het leven erg hard is, dan uiten ze hun overgave in de manier waarop ze hun dromen levendig houden, in de manier waarop ze zonder rem durven dromen. Eén van de gidsen die ik ontmoette wilde erg graag als gids gaan werken in Europa, maar deze plannen vielen in het water toen zijn vader onlangs overleed waardoor hij nu voor zijn moeder moet zorgen. Maar de glimlach en het vuur waarmee hij kan dromen en waarmee hij toch probeert om zijn droom als gids waar te maken en zich smijt in wat hij wél kan doen, is goud waard. Volgens mij is dat één van de geheimen van een gelukkig leven. Daarachter schuilt de wetenschap dat je pas van iets (of iemand) kan genieten wanneer je je ten volle overgeeft en onderdompelt in het moment. Je kan niet van iets genieten als je er nog met één been ‘buiten’ staat, je met een bedenkelijke blik aan het afvragen of het wel ‘goed genoeg’ is en ‘zinvol’. Het heeft ook iets weg van nemen wat het leven je geeft…. en daar met heel je hart het beste van proberen te maken. Heeft het leven beslist dat je verkoper zal worden van geurolie? Oké, draag dat lot dan met waardigheid en probeer je spirit en plezier te vinden en te uiten in deze taak. Ik heb de mensen het ook vaak tegen me horen zeggen, bijna volgens de woorden van de beroemde reggae song: ‘No worries, just be happy’. Dat is volgens mij waar Indiërs de levenskunst beter beheersen dan ikzelf – en misschien wel mijn mede-Europeanen. Misschien heeft India me wel het meest van al geleerd dat je kan kiézen voor vreugde en geluk. Het is iets dat ons niet van buitenaf wordt aangeboden, maar een innerlijke staat waar we zelf onze verantwoordelijkheid voor moeten nemen. We kunnen in elk moment kiezen of we dat moment ten volle in ons gaan opnemen en er het beste van willen maken, of ons verliezen in zorgen en sombere gedachten die het potentieel van het moment onherroepelijk naar beneden halen. Dit moment is het enige wat we hebben, en we hebben altijd zelf de keuze om het te grijpen of verliezen… |