When your heart speaks, take notes
|
When your heart speaks, take notes
|
Ik heb dit weekend een mindfulness retraite gevolgd. Zo’n weekend waarin je niet praat en de hele dag mediteert. Meestal kom ik dan thuis met nieuwe inspiratie. Merkwaardig genoeg komt die niet wanneer ik ‘zit’ maar eerder bij eenvoudige dingen zoals het opstaan, met de auto naar huis rijden of, zoals dit weekend het geval was, tijdens het rapen van bladeren. Dit maakte onderdeel uit van de karma yoga: mediteren door het bewust uitvoeren van taken die het centrum of de gemeenschap ten goede komen. Na de fikse storm van vrijdag kregen we de taak toegekend om de gevallen taken en bladeren te verzamelen.
Het ging om een gigantisch terrein waardoor het voelde als een onmogelijke opdracht. Het was nog flink aan het regenen en waaien en mijn handen waren verkleumd van de kou. Ik had de neiging om ‘door’ te werken zodat deze onaangename taak ‘snel’ gedaan was. Ik wilde niet ‘hier’ zijn bij de taak, maar ‘daar’ waar de opdracht reeds volbracht was. Alsof ik bijna op de ‘fast forward’ knop wilde drukken. Op een gegeven moment besefte ik dat dit mijn houding is in heel veel situaties in mijn leven: van het doen van de afwas tot het afwerken van administratieve taken op mijn werk. Ik probeer door te werken om me zo snel mogelijk in een ingebeelde ‘betere’ toekomst te bevinden. Een toekomstig moment waar mijn werk ‘af’ is, de afwas gedaan of de takken en bladeren verzameld. Dan, als het af is, dan zal ik genieten…. Het rapen van de takken, op dat gigantische terrein, deed me echter beseffen hoe zinloos het is om reeds ‘daar’ te willen zijn. Moest ik alle takken opgeraapt hebben, dan zou het terrein de dag erop wellicht weer helemaal vol liggen. Misschien de dag zelf nog. Ook de afwas en de taken op mijn werk dienen zich snel opnieuw aan. Iets willen ‘af’ maken is voor mij gewoon een manier om controle te krijgen over de dingen. Maar in het leven is nooit iets ‘rond’. Het leven is geen opeenvolging van taken die je ‘af’ maakt. Je kan niet wachten met gelukkig zijn tot alles onder controle is. De vloeiende stroom van het leven gaat namelijk steeds maar door. Het is een opeenvolging van oneindige, ‘onaffe’ momenten. Alleen als we dit kunnen verdragen, kunnen we genieten in het moment. Dankzij dit besef ging ik door met takken rapen, maar met een heel andere houding. Ik keek niet naar wat er nog moest gebeuren. Ik accepteerde dat de dingen altijd ‘onaf’ zullen zijn en dat ik alleen maar kan focussen op wat ik hier en nu aan het doen ben. Ik gaf me over aan alle sensaties van het rapen, in het moment. Van het voelen van de glibberige modder tot het horen van de regendruppels op mijn kleren. Ik volbracht mijn taak niet omwille van het uiteindelijke doel, maar omwille van de overgave aan de taak zelf. Zo kon ik uiteindelijk genieten van de actie op zich. Er kwam een diep soort vrede over mij, een besef dat alles oké is, ook al is het niet ‘rond’, ook al is het niet perfect. Er is iets romantisch en poëtisch aan het einde open laten, de dingen onaf laten, omdat daar nog alle mogelijkheden in vervat zitten. Het houdt het mysterie en avontuur van ons bestaan levendig. De vraag is niet of je taak rond is. De vraag is of je werkelijk aanwezig was toen je ze uitvoerde…
1 Comment
Ik heb altijd al een wisselende relatie gehad met gezonde voeding, zonder me er werkelijk van bewust te zijn. Mindfulness heeft me hier attent op gemaakt. Stilstaan bij (ervaringen in) je lichaam staat daarbij namelijk centraal. In deze blog exploreer ik hoe mindfulness mij heeft gemotiveerd om zorg te dragen voor mijn lichaam.
De laatste 10 jaar heb ik af en aan ‘gezonde periodes’ gehad waarbij ik mezelf er haast toe dwong om ‘gezond’ te eten – zonder vooraf eerst na te gaan wat gezonde voeding voor mij als unieke persoon zou kunnen betekenen. In de praktijk kwam het altijd neer op zo weinig mogelijk geraffineerde suikers en vetten eten. Want, als het in ‘de boekjes’ staat dat dit gezond is, zal dat wel zo zijn… Voor mijn omgeving was het duidelijk dat een gezonde periode was aangebroken wanneer ik mijn notenmix bovenhaalde op café, met een zak wortels in de bioscoop binnenwandelde of feestjes probeerde te laten samenvallen met mijn ‘zondigdag’. Maar op de één of andere manier won mijn chocoladeverslaving – of beter gezegd comfortfoodverslaving – altijd de strijd. Waarom? Om te beginnen ben ik opgevoed in een gezinscultuur waarbij gezonde voeding bovenaan de prioriteitenlijst staat. Zeer goed, hoor ik je denken? Eigenlijk wel, was het niet dat er een kleine ‘warrior princess’ in mij huist die alles wat ze belangrijk vindt tegelijk aantrekt en afstoot. Er was een deel van mij dat per se niét wilde doen wat ze had geleerd. Gewoon om zich ertegen te verzetten. Het had bijna iets van de verboden vrucht – of chocoladetaart: die wordt gewoon nóg lekkerder. Maar er is meer. Ik heb doorheen de jaren geleerd om mezelf te troosten met voeding. Triest? Chocolade. Teleurgesteld? Een zak snoep. Boos? Driedubbele hamburger. En het gaat nog verder, want ik heb ook geleerd om mezelf te belonen met lekker eten. Op de duur ben ik zowel positieve als negatieve emoties gaan koppelen aan lekker eten. En gezond eten? Dat ben ik gaan linken aan leegte, aan de saaie doodsheid van een moment. Maar daar is gelukkig altijd een quick-fix oplossing voor: taart! Geen wonder dat al mijn gezonde periodes op een sisser uitdraaiden. In de bovenstaande situatie betekent gezond eten namelijk alle plezier en troost uit mijn leven draineren. Na verloop van tijd verschoof het patroon naar een soort van prestatiedrang. Gezond eten werd een doel dat ik wilde bereiken. Weer iets op de to do-lijst. Een beetje vergelijkbaar met de goede voornemens in het begin van het jaar. Het probleem daarmee is dat dit soort doelen meestal zeer oppervlakkig zijn. Mijn voornaamste doel was meestal om af te vallen of minstens op gewicht te blijven na een vakantie of feestperiode. Het probleem is dat mijn hart en ziel niet geven om die kilo meer of minder. Het is dan ook iets waar ik me niet lang aan kan vasthouden omdat het louter om bespiegelingen van mijn ego gaat. Zulke voornemens vallen in het water bij de minste weerstand omdat ze geen enkele bodem hebben in ons hart. En dat is maar logisch ook. Wie zou nu een volledige levensstijl kunnen ophangen aan zoiets als uiterlijk of gewicht? Misschien moeten we ons vooral zorgen maken wanneer dat wél lukt? Uiteindelijk is de betekenis van gezond eten zo voor mij geëvolueerd dat het onderdeel is gaan uitmaken van mijn diepe wens om goed voor mezelf te zorgen. Het is iets geworden waar ik bevrediging kan uithalen. Iets wat ik mezelf oprecht wil gunnen. Deze verschuiving is er grotendeels gekomen door mindfulness. Dankzij mindfulness ben ik gaan beseffen dat ik mijn lichaam teveel als een ‘ding’ of ‘middel’ behandelde. Als een soort van voertuig dat me van punt A naar punt B brengt. Iets waar ik weinig of geen voeling mee had. Binnen de mindfulness wordt wel eens gezegd dat de meeste mensen in het Westen ‘talking heads’ zijn. We leven in de wereld van onze gedachten en fantasie. Heel onze moderne filosofie is dan ook gebaseerd op Decartes premisse: ‘Je pense donc je suis’. Daarmee stelt hij dat onze geest en lichaam gescheiden zijn en dat het vooral onze geest is waar we belang aan moeten hechten. We zijn in onze moderne samenleving gaandeweg weggegaan van ons lichaam en de emoties die we daar ervaren. We zijn het als secundair gaan beschouwen, zelfs als iets wat we zoveel mogelijk moeten vermijden. Het is nochtans doorheen ons lichaam, en de emoties die we daar ervaren, dat we de volheid van het leven kunnen beleven. Dat is waar mindfulness op het toneel verschijnt: doorheen de oefeningen leren we terug in contact te komen met ons lichaam en onze emoties en leren we onze geest en lichaam opnieuw te integreren. Ik ga zelf dan ook uit van een éénheid van lichaam en geest. Het is in die eenheid dat wij onze wijsheid kunnen vinden. En met het risico Decartes uit zijn graf te lokken: Ik denk én voel, dus ik ben. Doordat ik doorheen de jaren een grotere bewustheid van mijn lichaam heb verworven, ben ik mijn lichaam ook meer gaan appreciëren. Jammer genoeg heeft mijn lichaam het eerst moeten laten afweten alvorens ik de stap heb gezet om er meer contact mee te maken. Het is vaak pas wanneer het mis gaat dat we de waarde van iets leren kennen. Ik heb gaandeweg de wijsheid van mijn intuïtie ontdekt – die hoe dan ook in ons lichaam huist. Ik ben mijn lichaam gaan voelen als werkelijk deel van mij, of sterker nog: als mij! Ik ben meer en meer gaan houden van mijn lichaam als van een kind. Als iets waar ik diep dankbaar voor ben en respect voor heb. Als iets wat ik zo goed mogelijk wil koesteren. Ik besef nu dat mijn lichaam geen ‘vervoermiddel’ is maar het wonder doorheen dewelke ik het leven, de wereld en de mensen om mij heen kan ervaren. Mijn lichaam is de wondere wereld waar al mijn gevoelens, verlangens en dromen huizen, die mijn ziel en geest omhult en tot uiting brengt. Het is pas door mijn lichaam dat ik het leven kan ervaren. Het is pas wanneer ik dit leerde, wanneer ik leerde om van mijn lichaam te houden alsof het mijn eigen kind was, dat gezond eten voor mij iets is geworden dat niet ‘zou moeten’ maar eerder iets wat ik ‘wil’, als vanzelfsprekend omdat ik luister naar wat mijn lichaam te zeggen heeft en deze taal heb leren respecteren. Zo wordt zorgen voor mijn lichaam geen taak meer, maar een privilege. De vastberadenheid die voorkomt uit deze liefde, is sterker dan wat ook in de wereld en al zeker sterker dan de oppervlakkige voornemens waar ik eerder over sprak. Begrijp me niet verkeerd. Het is niet zo dat ik nu leef zoals één of andere gezondheidsgoeroe. In elke goede zorgrelatie zit een grote dosis mildheid. Ook mildheid is iets wat centraal staat in de mindfulnesstraditie. Goede zelfzorg is per definitie niet perfect. Ik laat mezelf toe om mens te zijn in een wereld vol lekkers. Ik merk vooral dat ik na uitspattingen veel sneller terugkeer naar een soort ‘basislijn’ die mijn lichaam rust geeft. En dit zonder mezelf daarvoor te haten. In deze mildheid zit ook de vrijheid om te kiezen welk voedsel passend is voor mij, eerder dan af te gaan op wat er in ‘de boekjes’ staat. Het is de mildheid om te zijn zoals ik nu ben, en daarnaar te leven. Misschien is de belangrijkste wijsheid hier diegene die zowat in alle situaties geldt: probeer voor jezelf/je lichaam te zorgen als voor je eigen kind. En als het mis loopt, wees dan mild voor jezelf. Het is oké, ook als het niet oké is. |